Wat houdt de leerstijl doener in?

De leerstijl doener kenmerkt zich door leren via actieve betrokkenheid en praktijkervaring. Kinderen met deze leerstijl verwerken informatie het beste door dingen zelf uit te proberen, experimenten te doen en fysiek bezig te zijn met de leerstof. Ze presteren vaak beter wanneer ze direct kunnen toepassen wat ze leren in plaats van eerst lange theoretische uitleg te krijgen. Dit artikel beantwoordt de belangrijkste vragen over het herkennen en ondersteunen van doeners.

Wat houdt de leerstijl doener precies in?

Een doener leert door actief bezig te zijn met de leerstof. Deze leerlingen hebben een sterke behoefte aan hands-on ervaring en praktijkgericht werken. Ze begrijpen concepten beter wanneer ze iets kunnen aanraken, bouwen of uitproberen in plaats van alleen te luisteren of te lezen. De leerstijl doener staat tegenover de meer theoretische benaderingen zoals de visuele leerstijl, waarbij leerlingen vooral baat hebben bij schema’s en afbeeldingen.

Doeners verwerken informatie via fysieke activiteit en experimenteren. Wanneer ze bijvoorbeeld een wiskundige formule leren, helpt het hen om met concrete voorwerpen te werken of de formule direct toe te passen in een praktische situatie. Ze hebben moeite met lang stilzitten en luisteren naar uitleg zonder dat ze zelf iets kunnen doen.

Deze leerlingen presteren beter wanneer ze direct kunnen toepassen wat ze leren. Een les over planten begrijpen ze dieper wanneer ze zelf zaadjes kunnen planten en het groeiproces kunnen observeren. Bij geschiedenis helpt het hen om historische gebeurtenissen na te spelen of een tijdlijn fysiek te maken. De combinatie van beweging en leren versterkt hun begrip en geheugen.

Hoe herken je of jouw kind een doener is?

Kinderen met een doener leerstijl tonen specifieke gedragskenmerken die je zowel thuis als op school kunt herkennen. Ze worden vaak ongeduldig bij lange theoretische uitleg en willen meteen aan de slag. Wanneer je iets uitlegt, zie je dat ze al beginnen met de opdracht voordat je klaar bent met je instructies.

Op school valt op dat deze leerlingen een voorkeur hebben voor experimenten en praktische opdrachten. Ze zijn enthousiast bij werkstukken waarbij ze iets kunnen maken of demonstreren. Tijdens het leren hebben ze behoefte aan beweging: ze lopen rond, friemelen met voorwerpen of bewegen op hun stoel. Dit is geen gebrek aan concentratie, maar juist hun manier om informatie te verwerken.

Thuis zie je dat jouw kind direct aan de slag gaat zonder eerst alle instructies te lezen. Bij een nieuwe legobouwset beginnen ze meteen te bouwen en raadplegen pas later de handleiding wanneer ze vastlopen. Ze leren beter wanneer ze tijdens het huiswerk kunnen bewegen, bijvoorbeeld door te lopen terwijl ze woordjes oefenen of door formules op te schrijven terwijl ze staan.

In de schoolsituatie hebben deze leerlingen moeite met vakken die vooral uit theorie en luisteren bestaan. Ze presteren juist goed bij vakken als handvaardigheid, gym of praktische proeven bij scheikunde. Ze onthouden informatie beter wanneer ze er een fysieke ervaring aan kunnen koppelen.

Welke leerstrategieën werken het beste voor doeners?

Praktijkopdrachten en experimenten zijn de meest effectieve leermethoden voor doeners. In plaats van alleen tekst te lezen over een onderwerp, help je jouw kind om het onderwerp praktisch te verkennen. Bij aardrijkskunde kunnen ze een landschap nabouwen met klei, bij biologie kunnen ze zelf onderzoek doen met een microscoop.

Bewegingsactiviteiten tijdens het leren verbeteren de concentratie en het begrip. Laat jouw kind rondlopen terwijl het woordjes oefent, of gebruik een stuiterbal om rekensommen ritmisch te maken. Rollenspellen werken uitstekend voor talen en geschiedenis: door een historische figuur te spelen of een dialoog na te spelen, wordt de leerstof levend en blijft deze beter hangen.

Het maken van modellen en het gebruik van concrete voorwerpen helpt bij abstract leren. Breuken worden duidelijker met echte taartpunten, grammatica wordt begrijpelijker door zinnen fysiek te ordenen met kaartjes. Bij natuurkunde kunnen experimenten thuis de theorie tastbaar maken.

Als ouder kun je deze strategieën thuis toepassen door een leeromgeving te creëren waarin beweging mogelijk is. Zorg voor voldoende ruimte om te bewegen tijdens het leren en heb materialen beschikbaar waarmee jouw kind kan experimenteren. Op school kun je in gesprek gaan met de docent over mogelijkheden voor meer praktische opdrachten of alternatieve manieren om kennis te tonen.

Wat zijn de uitdagingen voor doeners in het traditionele onderwijs?

Het reguliere onderwijssysteem sluit niet altijd goed aan bij de behoeften van doeners omdat het vaak theoriegericht en statisch is ingericht. Leerlingen moeten lange periodes stilzitten en luisteren naar uitleg, terwijl doeners juist behoefte hebben aan beweging en actieve betrokkenheid.

Veel lessen bestaan uit theoretische instructie zonder directe toepassing. De docent legt een concept uit en leerlingen moeten dit onthouden zonder het direct te kunnen uitproberen. Voor doeners voelt dit abstract en moeilijk vast te pakken. Ze begrijpen de relevantie niet omdat ze het niet kunnen ervaren.

Er is beperkte ruimte voor experimenten en beweging in de meeste klaslokalen. Leerlingen zitten achter tafels en moeten zich focussen op borden of schermen. Deze setting werkt tegen de natuurlijke leerstijl van doeners, wat kan leiden tot concentratieproblemen. Wat leraren soms zien als onrust of gebrek aan aandacht, is vaak een poging van het kind om via beweging toch te leren.

Deze spanning tussen leerstijl en onderwijsvorm kan leiden tot verminderde motivatie. Doeners voelen zich niet succesvol in een systeem dat vooral theoretisch leren beloont. Ze kunnen het idee krijgen dat ze niet goed zijn in leren, terwijl ze simpelweg een andere benadering nodig hebben. Dit begrip is belangrijk voor zowel ouders als docenten om passende ondersteuning te bieden.

Hoe kan huiswerkbegeleiding doeners beter ondersteunen?

Professionele begeleiding kan de leerstijl van doeners omarmen en faciliteren door aangepaste begeleidingsmethoden toe te passen. Bij Lyceo werken we met afwisselende werkvormen die aansluiten bij verschillende leerstijlen, waaronder de doener. We bouwen regelmatig pauzes met beweging in, zodat leerlingen kunnen bewegen en daarna weer gefocust aan de slag kunnen.

Het gebruik van visuele en tastbare hulpmiddelen maakt abstracte leerstof concreet. We zetten kaartjes, modellen en praktische voorbeelden in om concepten uit te leggen. Een rekensom wordt bijvoorbeeld eerst uitgelegd met echte voorwerpen voordat we overgaan naar abstracte getallen. Deze aanpak helpt doeners om de brug te slaan tussen praktijk en theorie.

We creëren een leeromgeving die actief leren stimuleert. Leerlingen mogen bewegen tijdens het leren wanneer dit hen helpt, en we variëren tussen zittend werken en actiever bezig zijn. Bij onze bijles passen we de aanpak individueel aan op de leerstijl van jouw kind, terwijl we in onze huiswerkbegeleiding in groepsvorm ruimte maken voor verschillende manieren van leren.

Onze begeleiders zijn getraind om verschillende leerstijlen te herkennen en daarop in te spelen. Ze begrijpen dat een doener niet zit te dromen wanneer die beweegt, maar juist bezig is met verwerken. Door deze kennis toe te passen, helpen we leerlingen om op hun eigen manier succesvol te zijn. Wil je weten hoe wij jouw kind kunnen ondersteunen op basis van zijn of haar leerstijl? Neem gerust contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.

Afbeelding voor Wat houdt de leerstijl doener in?