Welke adviezen komen uit de doorstroomtoets?

De doorstroomtoets geeft een advies over het onderwijsniveau dat het beste past bij je kind na de basisschool. Dit advies is gebaseerd op de prestaties tijdens de toets en helpt scholen een compleet beeld te vormen van de mogelijkheden van je kind. Het advies kan vmbo, havo, vwo of een combinatie daarvan zijn. Samen met het onderwijsadvies van de basisschool vormt dit de basis voor de keuze van een middelbare school.

Wat is de doorstroomtoets en waarom krijgen leerlingen een advies?

De doorstroomtoets is een landelijke toets die leerlingen aan het einde van groep 8 maken. De toets meet kennis en vaardigheden in taal en rekenen en geeft inzicht in het niveau dat past bij je kind voor het voortgezet onderwijs. Het advies dat uit de toets komt, helpt de basisschool om het eerder gegeven onderwijsadvies te bevestigen of bij te stellen.

De toets speelt een belangrijke rol in de overstap naar het voortgezet onderwijs. Veel ouders zien de doorstroomtoets als een spannend moment, maar het is vooral bedoeld als extra informatie. De leraar van je kind heeft al maanden of zelfs jaren gekeken naar de ontwikkeling, werkhouding en prestaties. De toets voegt daar objectieve meetgegevens aan toe.

Het advies dat uit de doorstroomtoets komt, wordt uitgedrukt in een niveau dat aansluit bij de verschillende schooltypen in het voortgezet onderwijs. Dit advies staat niet op zichzelf. Het wordt altijd bekeken in samenhang met het beeld dat de school al heeft van je kind. Zo ontstaat een evenwichtig advies dat recht doet aan alle kanten van je kind.

Welke onderwijsniveaus kan de doorstroomtoets adviseren?

De doorstroomtoets kan adviseren voor vmbo, havo en vwo. Binnen het vmbo zijn er verschillende niveaus: basis, kader, gemengd en theoretisch. Het advies kan ook een combinatie zijn, zoals vmbo-t/havo of havo/vwo. Deze gecombineerde adviezen geven aan dat je kind mogelijkheden heeft op twee niveaus en dat het verstandig is om te starten in een brugklas die beide richtingen openhoudt.

De score op de toets wordt vertaald naar een advies dat past bij de prestaties van je kind. Een hogere score wijst op meer mogelijkheden voor theoretisch onderwijs, terwijl een lagere score beter past bij een praktischer onderwijstype. Het is belangrijk om te weten dat er geen strikte grens is. Scholen hanteren vaak een bandbreedte waarin meerdere adviezen mogelijk zijn.

Bij een gecombineerd advies kijkt de school ook naar andere factoren. Hoe zelfstandig werkt je kind? Hoe gaat het om met uitdagingen? Is er doorzettingsvermogen? Deze eigenschappen zijn minstens zo belangrijk als de toetsscore zelf. Een kind dat gemotiveerd is en goed kan plannen, heeft vaak meer kans op succes in een hoger niveau dan een kind met alleen een goede toetsscore.

Hoe wordt het definitieve schooladvies bepaald na de doorstroomtoets?

Het definitieve schooladvies ontstaat door het onderwijsadvies van de basisschool en het advies van de doorstroomtoets samen te voegen. De basisschool kijkt naar de prestaties door de jaren heen, de werkhouding, het leervermogen en de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind. De doorstroomtoets voegt daar een objectieve meting aan toe die laat zien hoe je kind presteert onder toetsomstandigheden.

Als het advies van de doorstroomtoets hoger is dan het eerdere onderwijsadvies, moet de basisschool dit heroverwegen. In veel gevallen wordt het advies dan bijgesteld naar boven. Dat betekent dat je kind meer mogelijkheden krijgt voor het vervolg. Is het toetsadvies lager, dan blijft het oorspronkelijke onderwijsadvies meestal staan. De school kent je kind immers door en door en weegt alle informatie zorgvuldig af.

Scholen gebruiken een weegproces waarin verschillende elementen meetellen. Toetsresultaten uit groep 7 en 8, de vorderingen in alle vakken, de manier waarop je kind leert en werkt, en soms ook gesprekken met je kind zelf. Dit totaalbeeld is leidend. De doorstroomtoets is één puzzelstuk, maar niet het enige. Zo krijgt je kind een advies dat echt bij hem of haar past.

Wat kun je doen als het advies lager is dan verwacht?

Een lager advies dan je hoopte, kan teleurstellend zijn. Het is belangrijk om het gesprek aan te gaan met de school. Vraag waarom dit advies is gegeven en welke overwegingen daarbij een rol speelden. Vaak zijn er goede redenen die te maken hebben met de ontwikkeling van je kind op langere termijn. Een advies dat goed past, geeft je kind meer kans op succes en zelfvertrouwen.

Je kunt ook vragen of er ruimte is voor herbeoordeling. Als je denkt dat de toets geen goed beeld geeft, bijvoorbeeld omdat je kind ziek was of erg zenuwachtig, kun je dit bespreken. Scholen zijn meestal bereid om naar alle omstandigheden te kijken. Soms is er ruimte voor een aanvullend gesprek of een extra toets, maar dit verschilt per school.

Wat ook helpt, is om te kijken naar wat je kind nodig heeft om te groeien. Goede huiswerkbegeleiding kan je kind ondersteunen bij het ontwikkelen van studievaardigheden en zelfvertrouwen. Zo kan je kind zich goed voorbereiden op het voortgezet onderwijs en later misschien doorstromen naar een hoger niveau. Veel leerlingen starten op een bepaald niveau en groeien door naar een hoger niveau als ze de juiste ondersteuning krijgen.

Het allerbelangrijkste is dat je kind zich gehoord en gesteund voelt. Een advies is geen eindstation, maar een startpunt. Met de juiste begeleiding en motivatie kan je kind zich blijven ontwikkelen. Als je vragen hebt over hoe je je kind het beste kunt ondersteunen in deze fase, neem gerust contact met ons op. Wij denken graag met je mee.

Afbeelding voor Welke adviezen komen uit de doorstroomtoets?