Uitleg over inkomstenbelasting
Hoe bereken je hoeveel belasting je moet betalen over je inkomen? Examentrainer Sara legt het je uit!
Welke soorten belastingen zijn er?
In Nederland werken we met twee verschillende soorten belasting. We hebben directe belasting en indirecte belasting en in dit filmpje gaan we het hebben over directe belastingen. Dat zijn belastingen die je rechtstreeks moet afstaan aan de overheid en een voorbeeld daarvan is inkomstenbelasting. Daar gaan we nu naar kijken.
Hoe werkt het Nederlandse belastingsysteem?
In Nederland werken we met een progressief belastingsysteem en dat betekent dat naar mate je meer gaat verdienen, je ook een hoger percentage van je inkomsten moet afstaan aan de belastingdienst. Dit is omdat ze in Nederland zeggen: als jij meer kan dragen, dus als jij een groter draagvlak hebt, moet je ook meer tillen. Dat is het draagkrachtbeginsel. Dat doen ze zodat de inkomens in Nederland dichter bij elkaar komen te liggen en dat noem je weer het “nivelleren”, ook een belangrijk begrip.
Hoe wordt de hoeveelheid inkomstenbelasting bepaald?
In Nederland gebruiken we schijven om die belastingtarieven te berekenen. Ik heb hier een klein voorbeeld op het bord gezet. Dit is niet hoe het in Nederland daadwerkelijk werkt of, het is wel hoe het werkt, maar het zijn niet de realistische getallen. Dit is even een iets makkelijker voorbeeld om het makkelijker te kunnen uitleggen. Je krijgt in een vraag meestal bruto-inkomen van iemand gegeven, maar je wil van dat bruto-inkomen naar het netto-inkomen gaan, want je wil weten hoeveel je daadwerkelijk zelf mag houden. Als je iemands bruto-inkomsten hebt gekregen, moet het er nog belastingen afgetrokken worden. In Nederland zijn ze dan nog wel zo dat je soms kortingen kan krijgen, dus in eerste instantie moet je van je bruto inkomen je aftrekposten aftrekken, wat bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek kan zijn, en dan ga je pas kijken: Hoeveel belasting moet ik hierover betalen? Je doet je bruto-inkomsten min je aftrekposten en dan krijg je je belastbaar inkomen en daar ga je belasting over betalen.
Hoe bereken je inkomstenbelasting met behulp van een vergelijking?
We gaan een voorbeeld gebruiken van iemand die €45.000,- verdient. Dit is meneer Jansen; die verdient €45.000,-. In eerste instantie zou dan denken; oké die komt in schijf twee, maar wat heel belangrijk is om hier te zien is dat schijf 1 van nul tot €20.000,- loopt en schijf 2 begint pas vanaf € 20.001,-. Dus de eerste € 20.000,- van het inkomen van meneer Jansen valt nog steeds in schrijf 1. Daar betaal je dus 15% belasting over, wat €3.000,- is. In schijf 2 val je dus van €20.000,- tot €70.000,-. Hij verdient €45.000,- dus hij blijft in deze schijf en over die volgende €25.000,- betaal je dan dus 45% belasting. Dat is €11.250,-, dus het totale bedrag wat hij aan belasting moet afstaan is €14.250,-. Soms heb je ook nog heffingskortingen en die mag je dan na afloop nog van dit bedrag aftrekken. Die hoef je dan ook niet te betalen.
Wat is verschil tussen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting?
Abonneer op ons YouTube kanaal voor meer video’s!
Nog meer video’s van onze trainers bekijken waarin ze je alles uitleggen over moeilijke vakken? Abonneer je dan op ons Lyceo YouTube kanaal!
Examentraining Economie volgen?
Met de examentraining economie van Lyceo bereid jij je optimaal voor op jouw (eind)examen. De examentrainingen van Lyceo zijn als enige in Nederland bewezen effectief. Dat blijkt uit onafhankelijk onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. De examentraining economie wordt gegeven door onze deskundige, enthousiaste en ervaren begeleiders. De houding en kennis van onze trainers worden door hun leerlingen met een gemiddeld cijfer van een 8,3 beoordeeld: een cijfer waar we trots op zijn.
Op de pagina Examentraining lees je meer over wat Examentraining bij Lyceo inhoudt.
Op de pagina Oefenexamens Economie kun je veel verschillende oefenexamens vinden.
Op de pagina Economie Tips & Tricks vind je allerlei tips die jouw helpen bij de voorbereiding op je examen
