Wat is het verschil tussen de eindtoets en de doorstroomtoets?

In groep 8 maken leerlingen een belangrijke toets die helpt bij de overgang naar het voortgezet onderwijs. Scholen kunnen kiezen tussen twee opties: de eindtoets of de doorstroomtoets. Het grootste verschil zit in de timing. De doorstroomtoets wordt eerder in het schooljaar afgenomen, vaak voor de kerstvakantie, terwijl de eindtoets later volgt, meestal in april. Beide toetsen ondersteunen het schooladvies dat je kind krijgt voor het voortgezet onderwijs en worden erkend door middelbare scholen.

Wat is het verschil tussen de eindtoets en de doorstroomtoets?

De eindtoets en de doorstroomtoets zijn beide landelijke toetsen die leerlingen in groep 8 maken. Het belangrijkste verschil zit in het moment waarop de toets wordt afgenomen en hoe scholen de resultaten gebruiken binnen het adviestraject. De doorstroomtoets wordt eerder in het schooljaar gemaakt en geeft scholen de kans om het resultaat mee te nemen in het definitieve schooladvies. De eindtoets vindt later plaats en dient vooral als controle op het advies dat de school al heeft gegeven.

Beide toetsen meten dezelfde vaardigheden: taal en rekenen. Ze zijn ontwikkeld om objectief te kijken naar het niveau van je kind en het advies van de basisschool te ondersteunen. Het doel is hetzelfde: een passende plek vinden in het voortgezet onderwijs. Scholen kiezen zelf welke toets ze gebruiken, afhankelijk van hun adviestraject en wat het beste past bij hun leerlingen.

Wat beide toetsen gemeen hebben, is dat ze breed erkend worden door het voortgezet onderwijs. De resultaten helpen om een realistisch beeld te krijgen van de mogelijkheden van je kind. Het maakt voor de vervolgschool niet uit welke toets je kind heeft gemaakt, want beide zijn betrouwbaar en gelijkwaardig.

Wanneer wordt de eindtoets afgenomen en wanneer de doorstroomtoets?

De doorstroomtoets wordt meestal afgenomen in de periode voor de kerstvakantie, vaak tussen november en januari. Dit vroege moment geeft scholen de mogelijkheid om de toetsresultaten mee te nemen in het adviesgesprek dat in februari of maart plaatsvindt. Het schooladvies wordt dan gebaseerd op de schoolresultaten van je kind én het resultaat van de doorstroomtoets.

De eindtoets vindt later in het schooljaar plaats, meestal in april. Op dat moment heeft de school het schooladvies al gegeven. De eindtoets dient dan als controle: als je kind significant beter scoort dan het advies, kan de school besluiten het advies te verhogen. Dit gebeurt niet automatisch, maar geeft wel extra informatie over de ontwikkeling van je kind.

Deze timing heeft invloed op hoe je kind het adviestraject ervaart. Bij de doorstroomtoets weet je kind dat de toets meetelt voor het advies. Bij de eindtoets is het advies al bekend, wat voor sommige leerlingen rustiger voelt. Andere kinderen voelen juist minder druk bij de doorstroomtoets omdat ze eerder in het jaar nog volop bezig zijn met leren en groeien.

Welke toets is moeilijker: de eindtoets of de doorstroomtoets?

Beide toetsen hebben een vergelijkbaar niveau en zijn ontwikkeld om hetzelfde te meten: de vaardigheden van je kind in taal en rekenen. Er is geen toets die objectief moeilijker is dan de andere. Wel kan de ervaring per leerling verschillen, afhankelijk van hoe je kind zich voelt op het moment van de toets en hoeveel tijd er is geweest om te oefenen.

De moeilijkheidsgraad is niet het belangrijkste verschil tussen beide toetsen. Het gaat meer om de timing en de manier waarop scholen de resultaten gebruiken. Sommige leerlingen presteren beter aan het begin van het schooljaar, anderen juist later als ze meer geoefend hebben. Beide toetsen zijn zorgvuldig samengesteld en getest om betrouwbaar te zijn.

Wat belangrijk is om te weten: beide toetsen worden erkend door het voortgezet onderwijs. Scholen vertrouwen op de kwaliteit van zowel de eindtoets als de doorstroomtoets. Het maakt voor de middelbare school dus niet uit welke toets je kind heeft gemaakt. Beide geven een goed beeld van de mogelijkheden en het niveau van je kind.

Hoe bereiden leerlingen zich voor op de eindtoets of doorstroomtoets?

De voorbereiding op beide toetsen gebeurt vooral tijdens de lessen in groep 8. Scholen besteden aandacht aan de vaardigheden die getoetst worden en laten leerlingen oefenen met voorbeeldopgaven. Er is veel oefenmateriaal beschikbaar, zowel op school als thuis. Het gaat erom dat je kind vertrouwd raakt met het type vragen en leert hoe de toets in elkaar zit.

Goede studievaardigheden maken een groot verschil. Regelmatig oefenen, structureel werken aan zwakkere punten en voldoende rust zijn belangrijk. Het helpt als je kind leert om rustig te blijven tijdens de toets en goed de tijd te verdelen. Stress verminderen en een goede voorbereiding gaan hand in hand. Als je merkt dat je kind moeite heeft met plannen of gestructureerd werken, kan huiswerkbegeleiding helpen bij het opbouwen van zelfvertrouwen en studievaardigheden.

Het is ook belangrijk om te weten dat de toets een momentopname is. De school kijkt naar de bredere ontwikkeling van je kind, niet alleen naar één toetsresultaat. Een goede voorbereiding helpt je kind om op de toetsdag het beste van zichzelf te laten zien, maar het schooladvies blijft gebaseerd op alles wat de school van je kind weet.

Heb je vragen over hoe je je kind het beste kunt ondersteunen in groep 8? Of wil je weten hoe wij leerlingen helpen om goed voorbereid aan de toets te beginnen? Neem gerust contact met ons op. We denken graag met je mee.

Afbeelding voor Wat is het verschil tussen de eindtoets en de doorstroomtoets?