Leren leuk vinden: alles over motivatie
We richten ons in de begeleiding niet alleen op de lesstof, maar ook op de motivatie, zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de leerling. Maar hoe werkt motivatie precies?
Vind een vestiging bij jou in de buurt:
Laura van Leeuwen begon 12 jaar geleden als vestigingscoördinator bij Lyceo. In die tijd groeide ze door naar de post van regiocoördinator en kwaliteitsmanager. Inmiddels is ze operationeel directeur en overziet ze de uitvoering van al onze diensten, van examentraining tot huiswerkbegeleiding. Ze vertelt over hoe scholensamenwerking leraren én leerlingen helpt tot hun recht te komen. ”Je bent je heel erg bewust van de impact die je maakt.”
Het aanvullend onderwijs heeft de afgelopen jaren een groei doorgemaakt, weet Laura. ”Aanvankelijk wisten mensen nauwelijks van het bestaan van huiswerkbegeleiding of examentraining af. Nu is het veel bekender.” Deels komt dat doordat het onderwijs hulp nodig heeft. Grote lerarentekorten zorgen ervoor dat lessen uitvallen en dat docenten te weinig tijd hebben voor goede uitleg en begeleiding. Daarnaast zijn er veel kinderen die kampen met taal- en rekenachterstanden, bijvoorbeeld als gevolg van de coronacrisis. Deze kinderen hebben extra hulp nodig, die echter niet ten koste mag gaan van de rest van het curriculum. Huiswerkbegeleiding en bijles kunnen dan uitkomst bieden.
Dat het onderwijs die behoefte aan extra hulp zou moeten oplossen vindt ze dan ook geen argument. ”Er is een lerarentekort. Dat betekent dat je niet meer van docenten kunt verwachten dat ze alle ballen in de lucht houden. Je wilt dat ze ergens staan waar ze tot hun recht kunnen komen. Dat is niet in een examenzaal waar 3 uur lang gesurveilleerd moet worden. Die tijd kan de docent beter gebruiken om goede lessen voor te bereiden, zich te laten bijscholen of zwakke leerlingen een uurtje extra les te geven. Je wilt dat ze in contact zijn met hun vak. Alles wat daar niet aan bijdraagt, kun je uitbesteden, bijvoorbeeld aan studenten. Uitdagingen dwingen ons om nieuwe en soms betere keuzes te maken.”
Docenten hoeven niet alles alleen te doen. ”In een klas van 25-30 leerlingen kun je niet op individueel niveau gaan lesgeven, en dat hoeft ook niet. Scholen mogen daar hulp bij inschakelen.” Ze vindt dat dat een van de manieren is om de status van het beroep leraar en van de lerarenopleiding te verbeteren. ”Beter minder mensen van hogere kwaliteit die hulp krijgen waar dat nodig is dan een lading starters die al snel weer stopt omdat het te zwaar is.” De hoge uitval op pabo’s en lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs houdt het probleem in stand. ”Er moet meer samengewerkt worden door het regulier en aanvullend onderwijs. Dat is echt de oplossing.”
Die samenwerking is ook niet eenduidig. ”Voor een deel zit het ‘m in kennis. Er ligt bij Lyceo heel veel kennis over goede inrichting van het onderwijs en we willen dat scholen daar hun voordeel mee doen.” Ook de leerling centraal stellen lukt beter als de samenwerking optimaal is. ”We hebben vestigingsmanagers die mogen aansluiten bij rapportvergaderingen en die informatie uitwisselen met mentors. De vestigingsmanagers, begeleiders, mentor en vakdocenten kunnen elkaar heel goed aanvullen met informatie over bijvoorbeeld werkhouding, motivatie en vakinhoudelijke struikelblokken.”
Een goede begeleider is dan ook net zo belangrijk als een goede leraar, vindt Laura. ”Je moet met de leerling kunnen levelen en erkennen dat er nog meer in hun leven is dan alleen school. Er moet zo veel mogelijk persoonlijke aandacht voor de individuele leerling zijn. Maar ook flexibel kunnen zijn is essentieel: je moet een andere uitlegmethode kunnen proberen als de eerste niet werkt en bereid zijn om aan het eind van de dag nog even een extra keer uitleg te geven als dat nodig is.”
Lyceo en de school kunnen daarin samen zorgen voor een bloeiende schooltijd voor elke leerling. Laura vertelt wat dat voor haar betekent: ”Met plezier naar school gaan, niet over- of onderpresteren en goed onderwijs krijgen. Daarmee komen leerlingen tot hun recht, niet alleen op school maar ook daarbuiten.” Dat geldt voor álle leerlingen, vertelt ze. ”Je kunt nooit iedereen helpen. Maar met ons Lyceo Extra-programma voor kosteloze begeleiding aan financieel kwetsbare kinderen bereiken we wel degenen die het vaak het hardste nodig hebben.” Deze leerlingen gaan er altijd enorm op vooruit, op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en resultaten, maar ook wat hun toekomst betreft. ”Je helpt een groep verder die anders minder ver zou kunnen komen. Elk kind verdient de kans op een steuntje in de rug.”
Dat benadrukt nog eens extra het belang van de samenwerking met scholen. ”De kinderen in Rotterdam-Zuid of de Schilderswijk bereik je alleen door die samenwerking op te zoeken. Als je op scholen actief bent, maakt het niet meer uit of een leerling een Lyceo Extra-traject nodig heeft, want dan bereik je álle leerlingen van die school.”