Hoe werkt het zenuwstelsel?

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het perifere zenuwstelstel bestaat uit alle zenuwuitlopers van de motorische en sensorische zenuwen en staat in verband met het lichaam. Hierdoor kan ons lichaam informatie opnemen en verwerken.

Er zijn sensorische zenuwen die informatie van de zintuigen doorgeven aan het centrale zenuwstelsel. De motorische zenuwen reguleren de activiteit van een spier.

Een sensorisch impuls wordt doorgegeven aan het centrale zenuwstelsel. In de hersenen wordt het impuls door een schakelcel doorgegeven aan de motorische zenuwen, waardoor de activiteit van de spier bepaald kan worden.

Het ruggenmerg vervoert niet alleen de impulsen naar de hersenen, maar kan ook zelf impulsen interpreteren en verwerken. Bijvoorbeeld bij een reflex. Dan worden de sensorische impulsen niet naar de hersenen gestuurd, maar naar het ruggenmerg. Hierdoor kan er gelijk een impuls via de motorische zenuwen teruggestuurd worden.