Hoe onderscheid ik argumentatiestructuren?

Enkelvoudige argumentatie

Een enkelvoudige argumentatie bestaat uit een standpunt met één argument.

Voorbeeld: De appeltaart is vies, want er zitten noten in.

Onderschikkende argumentatie/ketenargumentatie

Een onderschikkende argumentatie bestaat uit een standpunt met twee argumenten, waarbij één argument een ander argument ondersteunt.

Voorbeeld: De appeltaart is vies, want er zitten noten in en die noten komen uit Mexico.

Onafhankelijk nevenschikkende argumentatie

Een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie bevat een standpunt met twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kunnen zonder elkaar.

Voorbeeld: De appeltaart is vies, want er zitten noten in en kaneel.

Afhankelijk nevenschikkende argumentatie

Een afhankelijk nevenschikkende argumentatie bevat een standpunt met twee of meer argumenten. De argumenten zijn van elkaar afhankelijk en vormen samen de onderbouwing. Alleen in combinatie met elkaar hebben de argumenten kracht.

Voorbeeld: Ik kwam te laat op school, omdat mijn band lek was en ik daarna de bus miste.