Uitleg over staatsinrichting

Vind jij staatsinrichting ook een moeilijk onderwerp? Onze trainer Thijs legt het je uit. Bekijk de video en je snapt het!

Waaruit bestaat de regering?

We gaan kijken naar staatsinrichting en wel naar de vragen als hoe werkt het parlement eigenlijk? Daarvoor moeten we natuurlijk eerst duidelijk hebben; wat is het parlement? En wat is de regering?

De regering bestaat uit het kabinet en de koning. Het kabinet bestaat uit de ministers en die hebben nog een ondersteuning, namelijk staatssecretarissen. Samen vormen zij de regering en zij bepalen dus de koers van het land voor vier jaar.

Wat is het parlement?

Dan hebben we het parlement. Dat wordt ook wel de volksvertegenwoordiging genoemd en die controleert de regering en heeft medewetgevende taken. Dat parlement bestaat uit de Eerste Kamer en uit de Tweede Kamer, waarvan de Tweede Kamer meer macht heeft. De Tweede Kamer heeft een wetgevende en controlerende taak.

Wat is het recht van initiatief?

Voor die wetgevende taak heeft de Tweede Kamer drie bevoegdheden, waarvan één  het recht van initiatief. Een regeringslid, dus een minister, kan een wetsvoorstel indienen, maar ook Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen indienen. Als zij een heel goed idee hebben voor een wetsvoorstel, mogen ze dat dus bij de Tweede Kamer indienen. Ze maken dan gebruik van het recht van initiatief.

Vervolgens wordt er in die Tweede Kamer over elk wetsvoorstel, of het nou door een tweede Kamerlid of door een minister is ingediend, gestemd. De Tweede Kamer bestaat uit 150 zetels, ofwel 150 stoeltjes, en daarvan moet de meerderheid voor dat wetsvoorstel zijn. Dat betekent dat er 76 stoeltjes ‘voor’ moeten zijn. Is dat niet het geval? Dan hebben de Tweede Kamerleden ook nog het recht van amendement.

Wat is het recht van amendement?

Misschien vinden de Kamerleden het idee wel heel goed, maar de uitvoering wat minder. Dan kunnen ze met het Recht van amendement dat wetsvoorstel aanpassen en kan hij door naar de Eerste Kamer. Daar kom ik zo nog eventjes op terug, want we gaan nu eerst nog even kijken naar die controlerende taak van de Tweede Kamer.

Wat is het vragenrecht?

Het doel daarvan is om dus de regering te controleren; om te kijken of ze hun werk wel goed doen. Daarvoor hebben de Kamerleden allereerst het Vragenrecht. Dit houdt in dat ze vragen aan de minister mogen stellen. Dit gaat vaak schriftelijk. 

Wat is het motierecht?

Ook hebben ze het motierecht. Dat houdt in dat de Tweede Kamer de regering verzoekt om iets te doen, bijvoorbeeld om een wetsvoorstel te maken over het onderwijs.

Verder is er ook een motie van wantrouwen en dat betekent dat de Kamer eigenlijk het vertrouwen in de minister opzegt. Als de minister zijn werk dus niet goed heeft gedaan, wordt er een motie van wantrouwen ingediend. Dat betekent dat er eigenlijk wordt verzocht dat die minister gaat aftreden.

Wat is het recht van interpellatie?

Ook hebben ze het recht van interpellatie. Dat is eigenlijk een uitbreiding van het vragenrecht, waarbij de minister op het matje wordt geroepen. Als er bijvoorbeeld spanningen zijn — hij heeft iets niet goed gedaan of de Kamer heeft überhaupt twijfels — dan wordt, aan de hand van het recht van interpellatie, de minister op het matje geroepen. Vervolgens moet die minister in de Tweede Kamer zijn beleid verantwoorden.

Wat is het enquêterecht?

Als laatste heeft die Tweede Kamer nog het enquêterecht. Dat is eigenlijk een grootschalig onderzoek dat kan worden ingezet als de Tweede Kamer het gevoel heeft dat de regering fouten heeft gemaakt. Dit grootschalige onderzoek kan er dan dus voor zorgen dat er duidelijkheden komen. Die Tweede Kamer heeft dus al deze rechten.

Wat is de functie van de Eerste Kamer?

Als er een wetsvoorstel wordt ingediend en 76 zetels zijn het ermee eens, dan is dat wetsvoorstel dus aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel gaat dan door naar de Eerste Kamer.

Die Eerste Kamer heeft voornamelijk een controlerende taak en niet echt een medewetgevende taak. De Eerste Kamer heeft bovenop deze rechten ook het stemrecht, want zij moeten net zoals de Tweede Kamer gaan stemmen over een wetsvoorstel. Ook in de Eerste kamer moet de meerderheid het ermee eens zijn, maar de Eerste Kamer heeft maar 75 zetels.

Eerste Kamerleden hebben niet het recht van initiatief of het recht van amendement. Ze mogen dus niet zelf wetsvoorstellen indienen of wetsvoorstellen aanpassen. Als de Eerste Kamer het niet eens is met het wetsvoorstel, gaat hij weer terug naar de Tweede Kamer. Gaan ze wel akkoord, dan moet de wet worden ondertekend, niet alleen door de Minister, maar ook door de Koning. De Koning hoeft het niet eens te zijn met de wet, maar hij moet alleen kijken of die wet ook democratisch tot stand is gekomen. Is dat het geval? Dan wordt de wet ondertekend en gepubliceerd in de media en gaat de wet dus van kracht.

Abonneer op ons YouTube kanaal voor meer video’s!

Nog meer video’s van onze trainers bekijken waarin ze je alles uitleggen over moeilijke vakken? Abonneer je dan op ons Lyceo YouTube kanaal!

Examentraining geschiedenis volgen?

Met de examentraining geschiedenis van Lyceo bereid jij je optimaal voor op jouw (eind)examen. De examentrainingen van Lyceo zijn als enige in Nederland bewezen effectief. Dat blijkt uit onafhankelijk onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. De examentraining Biologie wordt gegeven door onze deskundige, enthousiaste en ervaren begeleiders. De houding en kennis van onze trainers worden door hun leerlingen met een gemiddeld cijfer van een 8,3 beoordeeld: een cijfer waar we trots op zijn. 

Meld je aan!


Op de pagina Examentraining lees je meer over wat Examentraining bij Lyceo inhoudt.
Op de pagina Oefenexamens geschiedenis kun je veel verschillende oefenexamens vinden.
Op de pagina geschiedenis Tips & Tricks vind je allerlei tips die jouw helpen bij de voorbereiding op je examen.