Examentips

  • Bij het scheikunde examen is het belangrijk om te letten op signaalwoorden. Vaak kunnen 1 of 2 woorden de hele vraag beïnvloeden.
  • Ken het verschil tussen macro, meso en micro. Macro: wat je met het blote oog kunt zien. Meso: wat je kunt zien door een microscoop. Micro: hierbij kijk je naar de individuele moleculen.
  • Zorg ervoor dat je alle soorten bindingen goed kent.
  • Gebruik je BiNaS. Een van de belangrijkste tabellen bij scheikunde is tabel 67.
  • Zet bij elke hoeveelheid die je noteert om welke stof het gaat.
  • Als je van een monomeer een polymeer moet maken, teken dan de dubbele binding horizontaal en alle andere zij-groepen erboven of eronder.
  • Maak bij het opstellen van redoxreacties eerst een overzicht voor jezelf van alle stoffen die aanwezig zijn. Als je dit lijstje hebt kan je hier rustig in zoeken wat je waar nodig hebt.
  • Vul bij het invullen van blokschema’s direct de informatie in die je leest (met potlood). Zo houd je het overzicht.