Uitleg over neerslagreacties

Vind jij opstellen van reactievergelijkingen lastig? Toptrainer Bram geeft je een stappenplan!

Hoe stel ik een neerslagreactie op?

De opdracht die ik hier heb is: “Stel de vergelijking op van de reactie die optreedt wanneer de oplossingen van calciumchloride en natriumfluoride bij elkaar gevoegd worden”. Er wordt dus gevraagd om het opstellen van een reactievergelijking. Daarvoor neem ik altijd een vast aantal stappen om tot een antwoord te komen.

De eerste stap is dat ik ga opschrijven welke deeltjes er aanwezig zijn. In dit geval wordt er gezegd: de oplossing van calciumchloride en natriumfluoride, dus ik weet dat de eerste stof een oplossing van calcium en chloride is. Dat zijn ionen, dus in een oplossing komen die apart van elkaar voor. Vandaar dat ik die op deze manier opschrijf. Natuurlijk zit er ook water bij. Voor de oplossing van natriumfluoride kan ik hetzelfde doen. Ik heb dus natrium en fluoride. Dat zijn allebei opgeloste deeltjes en ook is er water aanwezig. Dan heb ik de eerste stap gedaan, dus ik weet nu welke deeltjes aanwezig zijn, die mogelijk kunnen reageren.

Vervolgens moet ik gaan bedenken: Wat gaat er dan reageren? Wat voor reactie is dit? Ik heb geleerd dat dit ionen zijn, dus van een zout en ionen in een oplossing kunnen met elkaar reageren in een neerslagreactie. Voor een neerslagreactie kijk ik naar binas. Daarin kan ik in de oplosbaarheidstabel vinden of combinaties van positieve en negatieve ionen met elkaar goed of slecht oplosbaar zijn. Dat heb ik hier alvast even uitgeschreven, dus ik heb daarin gevonden dat calcium en chloride goed oplosbaar zijn. Verder zijn zowel natrium en chloride als natrium en fluoride goed oplosbaar, maar calcium en fluoride is slecht oplosbaar. Van de neerslagreactie weet ik dat als het slecht oplosbaar is, dat het een neerslag gaat vormen, dus dat het als vaste stof ontstaat.

Daarvan kan ik de vergelijking opstellen. Ik zet die twee ionen voor de pijl; calcium en fluoride, dat wordt samen calciumfluoride. Voor het opstellen van de formule van calciumfluoride moet je ervoor zorgen dat de lading nul wordt. Calcium is 2+ en fluoride is 1-. Dus als ik twee fluoride neem, dan is dat . Dan heb ik 2+ en 2- dus dat is samen 0. Dus ik neem ook in mijn vergelijking 1 calcium 2 fluoride en het wordt samen calciumfluoride. Daarmee heb ik een vaste stof na de pijl staan, dus dat is een neerslag en dat was ook de opdracht dus dan ben je klaar.

Abonneer op ons YouTube kanaal voor meer video’s!

Nog meer video’s van onze trainers bekijken waarin ze je alles uitleggen over moeilijke vakken? Abonneer je dan op ons Lyceo YouTube kanaal!

Examentraining scheikunde volgen?

Met de examentraining scheikunde van Lyceo bereid jij je optimaal voor op jouw (eind)examen. De examentrainingen van Lyceo zijn als enige in Nederland bewezen effectief. Dat blijkt uit onafhankelijk onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. De examentraining Biologie wordt gegeven door onze deskundige, enthousiaste en ervaren begeleiders. De houding en kennis van onze trainers worden door hun leerlingen met een gemiddeld cijfer van een 8,3 beoordeeld: een cijfer waar we trots op zijn. 

Meld je aan!


Op de pagina Examentraining lees je meer over wat Examentraining bij Lyceo inhoudt.
Op de pagina Oefenexamens scheikunde kun je veel verschillende oefenexamens vinden.
Op de pagina scheikunde Tips & Tricks vind je allerlei tips die jouw helpen bij de voorbereiding op je examen.