Uitleg over redoxreacties opstellen

Vind jij het lastig om redoxreacties op te stellen? Onze toptrainer Bram legt je uit hoe het werkt. Bekijk de video of lees de uitleg en je weet het!

Hoe stel je redoxreacties op?

De opdracht die we nu gaan doen, is het opstellen van een redoxvergelijking; een reactievergelijking dus van een redoxreactie. Daarvoor heb ik een voorbeeld dat is: Een stuk zink wordt in een oplossing van zwavelzuur en salpeterzuur gedaan en wij moeten dan de vergelijking daarvan geven.
Dat gaan we volgens een aantal stappen doen. De eerste stap is goed inventariseren welke deeltjes er allemaal aanwezig zijn, dus daarvoor lezen we de opdracht nog een keer.
Een stuk zink, dat is dus Zn, en dat is dus gewoon het metaal zink. Het is niet als ion; het komt niet geladen voor, dus is het gewoon Zn zonder lading. Dat wordt dan in een oplossing, dus er is water, gedaan. Van zwavelzuur hebben we H+ en SO42- en salpeterzuur. Salpeterzuur is H+ en NO3-. Dat zijn de deeltjes die hier aanwezig zijn, dus die zouden ook allemaal kunnen reageren.

Hoe stel je halfreacties op?

Als we dan de vergelijking zelf op willen gaan stellen, moeten we twee halfreacties vinden: de halfreactie van de oxidator en de halfreactie van de reductor. Die vinden we natuurlijk in binas. Daar staat dan: de sterkste oxidator van deze halfreactie is het nitraation met H+. Dus deze vergelijking kunnen we dan uit binas overnemen. Datzelfde gaan we doen voor de reductoren. Daarvoor lezen we de tabel alleen van onder naar boven. Daar komen we als eerste dan zink tegen en dat reageert dan tot Zn2+ met nog 2 elektronen.

Hoe tel je twee halfreacties op tot een totaalreactie?

We willen deze twee halfreacties straks bij elkaar gaan optellen, zodat we de totaalreactie krijgen. Dat kan eigenlijk alleen als de elektronen met elkaar kloppen. Dat is hier niet zo. Dat kunnen we fixen door deze vergelijking twee keer te nemen en deze vergelijking doen we dan drie keer. Dan zijn het allebei precies 6 elektronen. Dan klopt het met elkaar en kunnen we het tegen elkaar wegstrepen. Als we dat vervolgens doen, nemen we dus deze allebei twee keer deze doen we drie keer. Dat tellen we op en dat komt samen voor de pijl te staan en hier na de pijl NO en 2H2O keer 2. Dus dat wordt 2NO en 4 H2O en die Zn2+ 3 keer. De elektronen hoeven we niet meer te vermelden, want die hebben we tegen elkaar weg laten vallen en daarmee hebben we in principe een goede vergelijking. Dan moet je als laatste stap nog checken of het te versimpelen is. Dat is hier niet zo. Dit is al gewoon het antwoord.

Hoe kan je een redoxreactie onderscheiden van een zuur-base reactie?

Je kunt de reactie herkennen door te kijken naar de lading van individuele stoffen.

Voorbeeld: is de volgende vergelijking een redox- of zuur-base reactie?

CaO + H2O -> Ca2+ + 2OH

Kijk naar de lading van het calcium. We hebben voor de pijl Ca2+ en na de pijl Ca2+, de lading is dus niet veranderd dus dit is een zuur-base reactie.

Abonneer op ons YouTube kanaal voor meer video’s!

Nog meer video’s van onze trainers bekijken waarin ze je alles uitleggen over moeilijke vakken? Abonneer je dan op ons Lyceo YouTube kanaal!

Examentraining scheikunde volgen?

Met de examentraining scheikunde van Lyceo bereid jij je optimaal voor op jouw (eind)examen. De examentrainingen van Lyceo zijn als enige in Nederland bewezen effectief. Dat blijkt uit onafhankelijk onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. De examentraining Biologie wordt gegeven door onze deskundige, enthousiaste en ervaren begeleiders. De houding en kennis van onze trainers worden door hun leerlingen met een gemiddeld cijfer van een 8,3 beoordeeld: een cijfer waar we trots op zijn. 

Meld je aan!


Op de pagina Examentraining lees je meer over wat Examentraining bij Lyceo inhoudt.
Op de pagina Oefenexamens scheikunde kun je veel verschillende oefenexamens vinden.
Op de pagina scheikunde Tips & Tricks vind je allerlei tips die jouw helpen bij de voorbereiding op je examen.