Tips voor leestoetsen

Leestoetsen, ook die horen erbij op de middelbare school. De één ligt het wel, de ander minder. Toch moet iedereen leestoetsen maken voor de talen die zij volgen op de middelbare school: het is nou eenmaal niet alleen een kwestie van woordjes stampen. Je moet je woordenschat in deze vreemde taal namelijk ook kunnen toepassen op onder andere teksten en geluidsfragmenten.

Afbeelding voor Tips voor leestoetsen

Juist het toepassen van wat je geleerd hebt, zorgt ervoor dat je een taal goed onder de knie krijgt. Daarom delen we hieronder een aantal tips, waardoor jij jouw leestoets nog beter kunt maken.

  • Oefenen, oefenen, oefenen. Oefen met oefen leestoetsen of oude leestoetsen. Er zijn genoeg (oude) leestoetsen online te vinden. Ook kun je aan jouw docent vragen of er extra oefenmateriaal voor leestoetsen beschikbaar is bij jou op school. Oefenen is de beste manier om jou voor te bereiden.
  • Scan eerst de tekst. Waar gaat de tekst over? Bekijk de titel, tussenkopjes en eventuele afbeeldingen. Bedenk alvast waar je denkt dat de tekst over gaat. Zo begin je niet blanco met lezen.
  • Lees vervolgens eerst kort de vragen door. Zo weet je meteen waar je op moet letten. Je kunt de vragen uiteraard niet allemaal onthouden, maar op deze manier heb je wel alvast een beter idee waar de tekst over zou kunnen gaan.
  • Gebruik je woordenboek alleen als het relevant is voor de vraag. Staat er een woord in de vraag dat je niet kent? Zoek het woord op. Staat er een onbekend woord in de zin, waarvan jij denkt dat het antwoord erin staat? Zoek het op. Zoek niet onnodig alle woorden op in de tekst die je niet kent. Vaak kan je ook uit de rest van de zin of alinea opmaken wat het woord betekent.
  • Sla moeilijke vragen over. Waar je dit bij luistertoetsen liever niet doet, kan dat bij leestoetsen juist wel. Maak het eenvoudig voor jezelf door te beginnen met de, voor jou, makkelijkste vragen. Je kunt later altijd nog de tekst terug opnieuw lezen als je daar nog tijd voor hebt.
  • Lees de vragen en antwoorden altijd goed door. In zowel in lees- als luistertoetsen kom je vaak instinkers tegen. Laat je dus niet in de maling nemen en lees de vragen en de antwoorden aandachtig door.
  • Geef altijd een antwoord, ook als je het niet (zeker) weet. Het is altijd beter om iets in te vullen, ook als je het antwoord niet (zeker) weet. Zeker met meerkeuze vragen heb je op deze manier altijd een kans dat je goed gokt.
  • Leer je woordjes goed, en dan met name signaalwoorden en vraagwoorden. Die woordjes leer je echt niet voor niks. Vaak wordt er iets gevraagd met vraagwoorden als: wie, waarom, of hoe, maar ook wordt er vaak gevraagd naar verbanden of oorzaken van iets. Zorg daarom dat je deze woorden in ieder geval kent.
  • Baseer je antwoord altijd op wat er in de tekst staat en niet je eigen kennis. De vragen zijn altijd gebaseerd op de tekst en niet op jouw eigen kennis van het onderwerp. Zorg daarom dat je altijd antwoord met iets wat je uit de tekst haalt. Ook als je niet weet of dat het goede antwoord is.

Met deze tips ben jij hopelijk al een heel eind op weg om een goed cijfer te halen voor jouw leestoets(en). Uiteindelijk kom je met oefenen, leren en opletten tijdens de les het verst. Veel succes met oefenen!

Hulp nodig bij een specifiek schoolvak?

Kan jouw kind wel wat hulp gebruiken bij een specifiek vak? Dan is online bijles misschien de oplossing! Tijdens onze online bijles krijgt je kind één-op-één begeleiding van een ervaren begeleider, gericht op zijn of haar specifieke vragen.

Meer informatie over bijles